Slachthuis Compaxo moet een boete van 9.000 euro betalen voor grove fouten bij het doden van een varken. Het dier belandde levend in het hete water van de broeibak. Ernstig lijden, zo oordeelt de rechter. Dit soort afschuwelijke overtredingen mogen nóóit voorkomen. Toch blijft het gebeuren, omdat slachthuizen zo snel mogelijk zo veel mogelijk varkens willen doden.
Verdronken in de broeibak
Gedode varkens worden in het slachthuis meteen ondergedompeld in een bak met gloeiendheet water, de zogenoemde broeibak. Het hete water zorgt ervoor dat haren en vuil loskomen. Varkens moeten dood zijn voordat ze de broeibak in gaan, maar daar ging het bij Compaxo mis. Een toezichthouder zag een varken heftig spartelend in het water zakken. Voor ingrijpen was het te laat: het varken is in de broeibak verdronken.
Verschrikkelijke dood
Sterven in het slachthuis gaat áltijd gepaard met dierenleed, zelfs als alles volgens de dierenwelzijnsregels verloopt. Maar dit soort overtredingen maken het nóg erger. Toch horen ze bij de vee-industrie, waar snel werken en geld verdienen belangrijker zijn dan dierenwelzijn. Compaxo slacht wel 50.000 varkens per week. Dat is een angstaanjagende slachtsnelheid van zo’n 700 varkens per uur. Zelfs met toezicht worden er dan fouten gemaakt. Met verschrikkelijke gevolgen voor de varkens.
Varkens in Nood strijdt tegen de misstanden in slachthuizen. Wil je de varkens steunen? Doe dan een donatie.
Als bioloog voerde ik 5 jaar lang wetenschappelijk onderzoek uit naar het gedrag en welzijn van varkens in de intensieve varkenshouderij. Dit werk bracht me oog in oog met het dierenleed dat zich op varkensbedrijven afspeelt. Varkens worden behandeld als producten en niet als de slimme, nieuwsgierige levende wezens die ze zijn. Dit wil ik veranderen. Bij Varkens in Nood zet ik me daarom in voor de miljoenen varkens in de Nederlandse vleesindustrie.