De Goed Gevulde

Foto's: Varkens in Nood/Sabine Grootendorst

Vroeger werden varkens in tijden van overvloed ‘gevuld’ met voedselresten, als een spaarpot. Wanneer tegen de winter de voorraden slonken, werd er geslacht. Ook Inge Vleemingh, die sinds eind 2016 varkens (en kippen) houdt op de grond rond haar huis in Halle (in de Achterhoek) vult haar spaarvarkens voor een groot deel met voedselresten.

De varkens zijn een kruising van varkens en wilde zwijnen. Ze groeien langzamer dan gewone varkens, en krijgen daar dan ook alle tijd voor. Er zijn drie zeugen, één beer en zo’n dertig biggen, die op het bedrijf verwekt en geboren zijn. Ze lopen het hele jaar buiten en hebben volop ruimte. Er zijn schuilhutjes en er is een modderpoel. De varkens krijgen graan, eikels, noten, oud brood, groente, fruit en gras te eten. Brood, groente en fruit komen van reststromen; de producten worden in de winkels opgehaald en daarna uitgepakt door jongeren in sociale werkplaats Den Besselder in Halle.

Een zeug heeft één à twee nesten per jaar, en acht tot twaalf biggen per keer. Als ze gaat werpen, krijgt ze een eigen kraamhok met weide, waar ze haar nest kan bouwen van zand en stro. Zeug en biggen blijven minimaal twaalf weken bij elkaar. Als het goed gaat, kunnen ze met drie à vier weken samen de grote wei in, bij de rest van de groep. Zo kan moeder geleidelijk afstand nemen van haar biggen. Als de biggen ongeveer een jaar oud zijn, brengt Inge ze met een kleine veewagen naar de slagerij, meestal met twee tegelijk. Het is tien minuten rijden. De slager is kundig en werkt met veel rust.

De varkens zijn opvallend ontspannen en nieuwsgierig. Omdat zwijnvarkens wilde dieren zijn, wordt er niet gedaan aan biggen knuffelen of oppakken. Maar aaien is toegestaan en wordt door de varkens zeer gewaardeerd! Bezoekers zijn welkom, wel graag van tevoren een afspraak maken.

Deel deze varkensboer