In de nieuwe ‘Algemene Maatregel van Bestuur Dierwaardigheid’ die zojuist is gepresenteerd aan de Tweede Kamer, is weinig terug te vinden van alle maatschappelijke wensen en Haagse beloftes. De wet die alle landbouwdieren in Nederland een ‘dierwaardig bestaan’ zou geven, staat vooral vol met zwakke beloften. Politieke wil en leiderschap ontbreken in deze wet, volgens stichting Varkens in Nood en stichting Dier&Recht.
De samenleving wacht al tientallen jaren op fundamentele en ethische modernisering van de veehouderij. Een veehouderij die dieren niet langer aanpast aan een systeem, maar het systeem aanpast aan de natuurlijke behoeftes van dieren.
“Er is helaas weinig overgebleven van de beloftes om het structurele en massale dierenleed in de veehouderij terug te dringen”, vindt een teleurgestelde Frederieke Schouten van Varkens in Nood. “Het lijden van miljoenen dieren wordt met deze afspraken niet aangepakt. Dit pakket moderniseert de komende vijftien jaar weinig tot niets, of met slechts piepkleine tussenstapjes. Deze AMvB Dierwaardigheid is in feite een rem op de beloofde systeemverbetering.”
De wet is zwak en staat vol verlammende randvoorwaarden. Tegen de opdracht van de Kamer in, heeft de minister de wetenschappelijke voorwaarden van dierwaardigheid niet leidend gemaakt. Het ministerie van Landbouw deed zelfs het tegenovergestelde en liet veehouders zélf bepalen hoe een dierwaardig leven eruitziet voor dieren.
Kalveren
Een van de probleemsectoren van Nederland, de vleeskalverhouderij, verbetert nauwelijks. Bekende problemen als eenlinghuisvesting, gebrek aan moederzorg, gebrek aan weidegang, ongezonde voeding en bloedarmoede blijven bestaan met de nieuwe wet.
Tijdlijn
Al in 2001 werden de eerste toezeggingen gedaan voor een diervriendelijker landbouw in het rapport-Wijffels. Dat werd opgevolgd met de Nota Dierenwelzijn van minister Verburg (2007), de nieuwe Wet Dieren (2021) en aangenomen amendementen in 2023 en 2024. Maar geen enkele minister heeft de sector echt durven aanpassen. “Deze nieuwe AMvB past in een lange traditie van wegkijken van dierenleed.” stelt Schouten.