Mededogen. Juist nu.

Mededogen als morele verplichting. Niet zelfredzaamheid. Niet optimisme. Niet een economisch vooruitgangsgeloof. Nee. Mededogen. Daarin ligt voor mij de morele verplichting.

Precies dit was voor mij de reden om mijn zetel op te geven bij de VVD Tweede Kamerfractie vorig jaar. De directe aanleiding was de erbarmelijke situatie in aanmeldcentrum Ter Apel, maar daaronder sluimerde al een tijdlang een breder persoonlijk ongenoegen.

Ongenoegen dat te maken heeft met een onvermogen om aan mededogen concreet gestalte te geven. Ongenoegen dat werd gevoed door de manier waarop er naar dieren wordt gekeken.

Dieren worden in de Tweede Kamer vaak als economische eenheden of problemen bezien. Of het nu met stikstof te maken heeft, dierinfectieziektes zoals corona en vogelgriep of het belang van de Nederlandse exportpositie: dieren zijn een middel en geen doel op zichzelf. Dit terwijl we steeds beter inzicht krijgen in het bewustzijn van dieren.

In de knel

Voordat ik Tweede Kamerlid werd, werkte ik voor de Raad voor Dierenaangelegenheden. Deze raad adviseert de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over verschillende zaken, maar heeft één focus: de positie van het dier in Nederland.

Hier zag ik dat dieren vrijwel constant in de knel komen terwijl het inzicht in zowel denk-, leef- als bewustzijnswereld steeds groter wordt. We begrijpen hun intelligentie steeds beter en weten dus goed dat we actief dieren veel leed toebrengen met ons verlangen naar dierlijk voedsel, kleding en vermaak. Varkens, vissen, koeien, kippen, geiten, schapen: dieren die we op enorme schaal gebruiken voor onszelf, komen uit verschillende onderzoeken naar boven als slim en gevoelig.

Het is daarom moeilijk voor de stellen dat in Nederland jaarlijks meer dan 500 miljoen dieren (ongeveer 1,7 miljoen per dag) worden gedood terwijl er allerhande fantastische alternatieven zijn voor de producten waarvoor ze worden geslacht.

Moedig leiderschap

Dieren verdienen juist mededogen voor veel wat hun wordt aangedaan door mensen. Ik vond het tijd om hier een breder licht op te laten schijnen en daarom kandideerde ik mij voor de Tweede Kamer namens de VVD met een longread ‘Liberalen: wees Vriendelijk Voor Dieren’ op het platform De Nieuwe Vrije Eeuw.

Veel VVD’ers bleken vatbaar voor mijn oproep tot meer diervriendelijkheid. Anderen zagen het als bedreiging voor hun manier van leven of inkomstenbron. Ik kwam in de Kamer, maar kreeg geen onderwerpen toebedeeld die iets met dierenwelzijn te maken hadden. Ik heb mijn best gedaan om eveneens belangrijke onderwerpen zoals jeugdzorg te verbeteren, maar ik maakte me in toenemende mate zorgen over de dieren. Deze weerloze wezens bleken vaker aan het kortste eind te trekken en het moedige leiderschap dat dit zou vergen om hun positie te verbeteren, bleef uit.

Een rekensom over stikstofgebieden en Nederland exportland drukte de werkelijkheid weg van de omstandigheden van miljoenen dieren in stallen, bij mensen thuis, in het wild en waar dan ook. De sympathie verschoof vaker naar de houder dan naar het dier. Terwijl de laatste zo hunkert naar mededogen.

Hoop

Het deed mij beseffen dat ik niet op de goede plek zat en gaf mijn zetel weer terug. Ik koesterde altijd de hoop dat het liberale vooruitgangsgeloof voor zoveel persoonlijk welzijn zou zorgen dat mededogen vrijwel meteen in het sleepspoor zou opdoemen.

Dit is deels gelukt, zo blijkt ook uit het stemadviesonderzoek dat Varkens in Nood heeft gemaakt in aanloop naar de komende Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen. Uit dit onderzoek blijkt dat de VVD in 46 procent van de gevallen voor diervriendelijke moties heeft gestemd; wel met de kanttekening dat de diervriendelijkheid zich vooral toespitst op huisdieren en niet zozeer op de grote aantallen dieren in de bio-industrie.

Dat lijkt niet heel veel – zeker als je het vergelijkt met de Partij voor de Dieren met 97 procent – maar het zijn voor de liberalen grote stappen voorwaarts. Tijdens Rutte II stemde de fractie nog maar voor 5 procent voor diervriendelijke moties en gedurende Rutte III 9 procent.

Dit vind ik absoluut hoopvol al besef ik dat het merendeel van de moties uit de pen van, met name, de Partij voor de Dieren komt. Desalniettemin gloort er hoop. En ik hoop dat diervriendelijkheid een steeds grotere rol zal gaan spelen binnen alle partijen die momenteel zetels bezetten in de Tweede Kamer.

Geitenpaadjes

Nu snap ik ook heel goed dat het ergens vreemd lijkt dat Varkens in Nood nu een stemadvies uitbrengt op basis van Tweede Kamermoties. Het zou logischer zijn om alle verkiezingsprogramma’s en/of -voornemens van alle Staten- en waterschapspartijen onder de loep te nemen die meedoen 15 maart. Daarvoor ontbreekt het aan tijd en middelen, helaas.

Maar dit onderzoek zegt wel iets over dieren op een nationaal niveau aangezien de Eerste Kamer via een getrapte verkiezing wordt samengesteld na 15 maart. En de senaat kan weer verschillende wetsvoorstellen toetsen op zowel gemaakte afspraken als het blokkeren van de zogeheten geitenpaadjes om die afspraken te ondermijnen. Kortom: de moederpartijen in de Tweede Kamer bieden een goede doorkijk naar de staat van diervriendelijkheid in de eigen gelederen op verschillende bestuurslagen. En daarmee is een stemadvies nu, naar mijn overtuiging, volstrekt gelegitimeerd.

Morele verplichting

Zo zal ik zelf op de Partij voor de Dieren stemmen omdat ik daarmee gehoor geef aan mijn eigen morele verplichting tot mededogen. De partij, onder leiding van Esther Ouwehand, werkt onvermoeibaar door aan het bestrijden van misstanden, het tegengaan van klimaat- en natuurvernietiging, het vergroten van de biodiversiteit en een vreedzame, duurzame verhouding na te streven tussen mens, dier en natuur.

Ik vind rust in het feit dat ik naar mijn eigen waarden kan leven en een stem op de Partij voor de Dieren vergroot die rust. Maar dat betekent niet dat er kan worden stilgezeten. Er is nog veel werk te verzetten en die onrust vertaalt zich, in mijn geval, in stukken zoals dit schrijven om diervriendelijkheid breder op de maatschappelijke radar te krijgen. Maar dit alles geldt alleen voor mij.

Ongeacht uw persoonlijke politieke gesternte, zou ik u ook willen oproepen om op partijen te stemmen die vreedzaamheid en mededogen niet alleen voor mensen wenst, maar zeker ook voor de dieren. In het rapport van Varkens in Nood en het onderliggende onderzoek kunt u precies zien wat de aanraders, middenmoters en afraders zijn. Wederom met de kanttekening dat niet alle regionale partijen in de mix zijn meegenomen.

Relevant

Deze verkiezingen gaan, net als alle Europese, nationale, regionale en lokale verkiezingen, over relevante onderwerpen. De wereld buiten en achter uw voordeur. Over zekerheden op de korte en lange termijn op het gebied van natuur, gezondheid, welzijn, economie, ruimte, maar zeker ook over dieren. Het gaat om hun leefgebied, om een gezonde natuur met schone lucht, water, aarde en nog een heleboel andere voor dieren zeer relevante voorwaarden.

En een stem op een diervriendelijke partij vergroot de slagkracht van diervriendelijke initiatieven. Het feit dat er in een korte tijd al zoveel diervriendelijke moties zijn ingediend waarop positief is gestemd, laat zien dat dieren aan belang winnen in politiek en bestuurlijk Nederland. Ik hoop dat u meedoet aan die positieve ontwikkeling en uw stem uitbrengt in naam van mededogen. Juist nu.

Daan de Neef, voormalig VVD-Tweede Kamerlid