Brandweer rukt vijf keer per week uit om dieren uit een mestput te redden

Mestkelders

In de vee-industrie leven veel dieren, met name varkens en koeien, permanent op roostervloeren boven een kelder gevuld met hun eigen mest en urine. Die stalvloeren blijken nogal eens in te storten. Hierdoor belanden dieren in de mestput en verdrinken ze in hun eigen mest of stikken ze in de giftige dampen. Uit een onderzoek van Varkens in Nood blijkt dat de brandweer in 2019 elke week 5 keer landbouwdieren uit mestkelders heeft moeten redden.

Geen centrale registratie

Er bestaat gek genoeg geen centrale registratie voor dit soort ongevallen. De brandweer maakt echter wél melding van incidenten waarbij er dieren in de put zijn beland. Onder verschillende termen als ‘dieren in put’ en ‘dier in kelder/bassin’ worden alle incidenten omschreven waarbij de brandweer moest uitrukken.

Brandweer moest in 2019 240 keer te hulp schieten

Analyse van alle meldingen en nieuwsberichten in 2019 toont aan dat er dit jaar 240 van deze incidenten zijn gemeld. Dat betekent dat de brandweer in het afgelopen jaar bijna vijf keer per week vee uit een put moest halen.

Uit analyse van nieuwsberichten die het aantal dieren noemen, blijkt dat het gemiddeld zo’n zes dieren per incident betreft. Bij koeien blijft het meestal beperkt tot een enkele koe die in de put beland. Bij varkens of kalveren gaat het vaker om tientallen dieren tegelijk. Al met al betekent dit dat in heel Nederland waarschijnlijk honderden, zo niet duizenden dieren per jaar in de gierput belanden.

Brandweer komt niet voor dode dieren

Het daadwerkelijke aantal incidenten waarbij stalvloeren instorten en dieren in de mestput vallen, ligt waarschijnlijk een stuk hoger. De brandweer wordt namelijk niet ingeschakeld als de dieren al dood zijn. In dat geval zal de veehouder waarschijnlijk zelf zijn mestput leegpompen en de kadavers afvoeren. 

In de varkenshouderij is het niet ongebruikelijk dat een vloer instort zonder dat iemand het op tijd merkt. Het verstrekken van voer en water is vaak volledig geautomatiseerd. De gemiddelde vleesvarkenshouder controleert de dieren in zijn stal een- of tweemaal per dag. Als een vloer tussen de controles instort, zijn de dieren ten dode opgeschreven.

Gevaarlijke gassen

De meeste mestkelders zijn zo’n twee meter diep, veel dieren verdrinken dan ook in hun eigen mest als ze in de volle kelder belanden. Dieren die in de mestput storten, kunnen ook omkomen door de gevaarlijke gassen in de mestkelder, zoals zwavelwaterstof, ammoniak en methaan. Deze zware gassen verdringen de zuurstof uit de lucht waardoor verstikking kan optreden. Hogere concentraties zijn levensgevaarlijk voor mens en dier. 

De tijd voor verandering is nu!

Genoeg is genoeg, Het is schandalig dat dieren in Nederland moeten leven boven een open riool. Het is de hoogste tijd dat daar verandering in komt. Teken de petitie!

Deel dit artikel
Frederieke Schouten

Als veearts werkte ik zeven jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met structurele misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.