Dit is waarom de Afrikaanse varkenspest een catastrofe veroorzaakt

Varkenstransport

Op 13 september 2018 werden in België everzwijnen gevonden met Afrikaanse varkenspest. Nederland schrok zich de blubber, want als de ziekte hier uitbreekt, heeft dat grote gevolgen voor varkens en varkensboeren. Voor andere landen geldt dat ook. Hoe kan het dat de Europese varkenshouderij zo kwetsbaar is?

Afrikaanse varkenspest (AVP) is nog besmettelijker dan de ‘klassieke’ varkenspest, die ons land in 1997 zo dramatisch trof. Bijna alle Nederlandse varkens (elf miljoen dieren) werden destijds ‘geruimd’ – een eufemisme voor het doden en vernietigen van dieren. Nu, 22 jaar later, dreigt een uitbraak van de veel dodelijkere Afrikaanse variant. Wanneer dat gebeurt worden alle varkens binnen een straal van een kilometer uit voorzorg geruimd.

Varkensdichtheid

In Nederland leven zo’n dertien miljoen varkens. Vleesvarkens worden na een half jaar geslacht en zeugen na drie jaar, dus jaarlijks houden we ongeveer 25 miljoen varkens. De bezettingsgraad in veel stallen is hoog, met duizenden dieren dicht op elkaar. In provincies met veel varkens, staan verschillende stallen ook nog eens enorm dicht bij elkaar. Als morgen in een Brabantse stal AVP geconstateerd wordt, zijn niet alleen de dieren daar de klos, maar waarschijnlijk ook duizenden dieren in de omgeving. De sterftecijfers lopen snel in de tienduizenden en de kans op verspreiding is bij zo’n hoge ‘varkensdichtheid’ aanzienlijk.

Gevaarlijke transporten

Het wereldwijd verslepen en verschepen van varkens en varkensvlees vormt een groot risico voor de verspreiding van AVP. Jaarlijks vervoeren we vanuit Nederland honderdduizenden levende varkens, met name biggen, naar het buitenland. Vrachtwagens vol biggetjes rijden naar landen als Roemenië, Hongarije en Kroatië, waar ze tot vleesvarken worden vetgemest – dat is daar goedkoper dan hier. In die landen is de AVP al uitgebroken. Het virus kan op autobanden of via de kleding van een chauffeur meeliften naar Nederland en zich hier vermenigvuldigen. De enige echte oplossing, het stoppen met vee- en vleestransporten, wordt vanwege financiële belangen niet uitgevoerd.

Inkrimpen

Het inkrimpen van de Nederlandse veestapel zou ook een goede manier zijn om het risico op massasterfte bij uitbraken van dierziektes te verkleinen. Kleinere varkenshouderijen op grotere afstand van elkaar, dat is veiliger voor varkens en kan ook nog eens een meer dierenwelzijn opleveren. Met een belasting op vleesconsumptie zou de verduurzaming en inkrimping van de varkenshouderij deels betaald kunnen worden.

Oplossing

De huidige dreiging van AVP vormt een groot gevaar voor de intensieve varkenshouderij in heel de wereld, maar wordt in feite ook door diezelfde intensieve veehouderij veroorzaakt. In een ideale wereld wordt niet op grote schaal vlees gegeten, worden varkens niet met duizenden op een klein oppervlak gehouden, wordt er niet met dieren gesleept over kilometerslange afstanden en wordt varkensvlees niet de wereld over gevlogen. In zo’n wereld is het bestrijden en voorkomen van gevaarlijke dierziektes een heel ander verhaal.

Tot die wereld aanbreekt is het dweilen met de kraan open. Een vaccin voor AVP bestaat nog niet. Daarover gaat ons volgende artikel over AVP.

Teken de petitie en help de druk op China op te voeren!

Deel dit artikel
Frederieke Schouten

Als veearts werkte ik zeven jaar lang tussen de varkens in de intensieve veehouderij. Ik werd daar dagelijks geconfronteerd met structurele misstanden en schrijnend dierenleed. Toen ik inzag dat ik als veearts te weinig kon doen voor de varkens maakte ik de overstap naar Varkens in Nood. Nu ben ik directeur van dierenrechtenorganisaties Varkens in Nood en Dier&Recht en probeer ik als actievoerder het welzijn van miljoenen varkens in Nederland te verbeteren.