Opnieuw toename verre varkenstransporten

Biggen in een veewagen
Voor varkens zijn de langdurige transporten een angstaanjagende ervaring

Dit jaar zijn er opnieuw meer varkens vervoerd naar verre bestemmingen in het buitenland. Dat blijkt uit cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. De overheid wil juist een einde aan lange transporten met levende dieren, maar daar heeft de vee-industrie geen boodschap aan. 

Meer biggen vervoerd over lange afstanden

In 2023 gingen al bijna 4 miljoen levende varkens op transport om in het buitenland geslacht te worden. Dat zijn er bijna 75.000 meer dan in dezelfde periode in 2022. Een deel van de varkens wordt direct naar een slachthuis vervoerd, maar het grootste deel bestaat uit jonge biggen die nog niet groot genoeg zijn voor de slacht. Zij worden na aankomst eerst nog vetgemest en daarna gedood.

Het is diep triest dat juist de transporten van deze jonge biggen over lange afstanden weer flink zijn toegenomen. Zo gingen er dit jaar al 1,2 miljoen biggen op transport naar Spanje, ruim 150.000 biggen meer dan vorig jaar. Ook transporteerde Nederland veel meer biggen naar Roemenië: dit jaar al bijna 100.000, tegen ruim 70.000 vorig jaar. De kortere transporten van biggen naar bestemmingen dichter bij huis - zoals België en Duitsland - zijn juist afgenomen.      

Urenlang angst en stress

De langdurige transporten zijn een enorme lijdensweg voor de varkens. De dieren zijn zo’n 24 uur onderweg om Spanje of Roemenië te bereiken. Ze worden vervoerd in volle vrachtwagens, waar ze constant worden blootgesteld aan onbekende geluiden en geuren. Voor varkens die hun hele leven hebben doorgebracht in de eentonige kale stallen van de vee-industrie zijn al die nieuwe prikkels een angstaanjagende ervaring. Varkens op transport horen elke 14 uur een rustpauze van een uur te krijgen, maar het uit- en indrijven is niet bepaald rustgevend voor de dieren.

Het meest akelige is nog wel dat varkens deze stressvolle transporten alleen maar moeten ondergaan omdat ze in het buitenland goedkoper geslacht kunnen worden. Een volstrekt onnodige praktijk.

Europese wetgeving moet aangepast

Dit jaar worden de Europese regels voor het transport van levende dieren aangepast. In reactie op een brandbrief van Varkens in Nood beloofde de Nederlandse landbouwminister zich in te zetten voor een maximale reistijd van 8 uur voor het vervoeren van dieren naar het slachthuis. Het is mooi dat de minister zich eindelijk uitspreekt tegen de langdurige veetransporten naar buitenlandse slachthuizen. Maar dat geldt helaas niet voor de vele biggen die na hun lange transport eerst worden vetgemest voor de slacht.

Het is ronduit walgelijk dat de vee-industrie dieren zoveel angst en stress bezorgd, alleen maar om ze goedkoper te laten slachten in het buitenland. Varkens in Nood blijft strijden tegen álle verre veetransporten!

Deel dit artikel
Sanne Roelofs

Als bioloog voerde ik vijf jaar lang wetenschappelijk onderzoek uit naar het gedrag en welzijn van varkens in de intensieve varkenshouderij. Dit werk bracht me oog in oog met het dierenleed dat zich op varkensbedrijven afspeelt. Varkens worden behandeld als producten en niet als de slimme, nieuwsgierige levende wezens die ze zijn. Dit wil ik veranderen. Bij Varkens in Nood zet ik me daarom in voor de miljoenen varkens in de Nederlandse vleesindustrie.