Begrip voor positie varkensboeren

Vanuit de varkenssector is er vaak kritiek dat Varkens in Nood zich te negatief en te kritisch uitlaat over de varkensboeren en te weinig oog heeft voor hun moeilijke omstandigheden.

Respect voor de traditionele boer

Vanaf het eerste begin heeft Varkens in Nood oog gehad voor de positie van de varkensboeren. Oprichter J.J. Voskuil had een groot respect voor de traditionele boer, die met veel kennis van zaken en respect met zijn dieren omging. Als medewerker van het Meertens Instituut bezocht hij talloze malen het platteland om sagen en anekdotes op te tekenen en kwam hij in menig varkensstal. In de jaren zeventig zag hij de industrialisering van de veehouderij zijn tol eisen van de dieren en veranderde zijn mening over de varkenshouderij. Toen in 1997 de varkenspest uitbrak en tien miljoen varkens ‘geruimd’ werden, besloot hij in actie te komen. Zijn campagne, varkens in nood, trok duizenden sympathisanten en beoogde een einde te maken aan de vee-industrie in Nederland, met gelijktijdig een financiële compensatie voor de varkensboeren. Dit is er door de politiek nooit van gekomen.

Samenwerking met varkensboeren

In 1998 voerde Hans Baaij, de andere oprichter van Varkens in Nood, gesprekken met LTO voorzitter Gerard Doornbos voor samenwerking tussen de stichting en de varkensboeren. Aanleiding was de campagne met Youp van ’t Hek, waardoor LTO Nederland vreesde dat het varkensvlees hetzelfde lot zou ondergaan als het alcoholvrije Buckler bier van Heineken, dat door Youp gekielhaald was. Baaij presenteerde een aantal plannen voor het vermarkten van varkensvlees met een hoog dierenwelzijn, maar toen Youp uit beeld verdween, stopte de belangstelling van LTO abrupt en bleken de gesprekken vooral bedoeld om Youp te neutraliseren en niet om de varkens een beter leven te geven. Ook in de jaren daarna heeft Varkens in Nood geprobeerd met organisaties van varkensboeren samen te werken, maar dit stuitte telkens op een veto van de achterban.

Accijns op vlees voor herstructurering varkenssector

In recente jaren hebben ambassadeur Jan Terlouw en fiscaal jurist Hans Baaij plannen gemaakt voor een accijns op vlees. De extra middelen die de accijns op zouden brengen, zouden voor een belangrijk deel gebruikt moeten worden voor een herstructurering van de noodlijdende varkenssector. Hoewel dit plan aan meerdere kanten voordeel biedt – varkensboeren kunnen met minder varkens meer verdienen, er is veel meer dierenwelzijn en er is geld voor innovatie – werd het plan per omgaande afgekeurd door de woordvoerders van de varkensboeren.

Machtige supermarkten

Er bestaat bij Varkens in Nood zeker begrip voor de positie van de varkensboeren, met name ten opzichte van de machtige supermarkten. De stichting voert rechtszaken tegen supermarkten teneinde het dierenwelzijn in de keten te versterken en stelt daarbij, en in andere campagnes, vrijwel altijd dat de supermarkten hiervoor de varkensboeren extra dienen te vergoeden.

Varkensboeren houden misstanden in stand

Varkens in Nood besteedt veel aandacht aan de misstanden in de varkenshouderij. Zie bijvoorbeeld de misstanden- en overtredingenrapporten. Voor een deel zijn deze misstanden te voorkomen door de varkensboeren zelf, ook binnen de bestaande structuren en met de huidige financiële middelen. Het ontbreekt vaak aan schoon water, kennis van het gedrag van varkens, de mogelijkheid dat de varkens gelijktijdig kunnen eten en een goede verzorging van zieke of gewonde dieren. Dat zijn aspecten die de boer zelf in handen heeft. Maar er zijn ook veel misstanden die niet op te lossen zijn zonder investeringen of hogere kosten en waarvoor de varkensboer afhankelijk van de markt is. Het signaleren van misstanden door Varkens in Nood is dus deels kritiek op (sommige) varkensboeren, deels op de vrije markt waarbij supermarkten te vaak te veel op de kosten letten en vaak ook op de politiek, die passief en visieloos afzijdig blijft. Varkensboeren worden niet beschuldigd van dierenmishandeling, maar wel van het instandhouden van misstanden. De burger wordt hierop gewezen, met het verzoek om, als men dan toch varkensvlees wil eten, in ieder geval duurder en beter vlees te kopen.

Verantwoordelijkheid van boeren

Dat Varkens in Nood niet blij is met de vee-industrie en met de huidige manier waarop varkens gehouden worden, is duidelijk. De schuld hiervoor ligt bij de politiek, het bedrijfsleven, de varkensboeren en de consument. Het rapporteren van misstanden beoogt al deze partijen bewust te maken en aan de gang te zetten. Dat boeren de kritiek op de misstanden zich persoonlijk aantrekken, is juist. Zij vormen een belangrijk onderdeel van het systeem van het uitbuiten van varkens en hebben hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. Die kunnen ze niet zondermeer afschuiven op anderen.

Deel dit standpunt